De opleiding tot receptionist of beveiliger besteedt weinig aandacht aan ondersteuning aan mensen met diverse vormen van beperking.
Mijns inziens is dit een gemis omdat wij met ons beveiligings- en hospitalitywerk veelal met mensen met een beperking te maken krijgen. Bovendien is de benadering van iemand met een (licht) verstandelijke beperking anders dan de benadering van iemand met bijvoorbeeld een auditieve beperking.
Om hoogstaande kwaliteit dienstverlening te kunnen leveren is het van groot belang dat onze receptionisten en beveiligers op een gepaste en effectieve wijze communiceren met mensen met een beperking.
BART beveiliging geeft haar receptionisten en beveiligers tips en het wordt ook tijdens werkbesprekingen onder de aandacht gebracht, om de beperking te herkennen zodat ze er vervolgens op een gastvrije en behulpzame manier mee kunnen omgaan.
Vanwege onze maatschappelijke betrokkenheid willen we deze tips graag delen.
15 tips voor omgaan met mensen met een beperking
- Behandel mensen met een beperking als volwassen mensen. Praat met ze op dezelfde manier en met hetzelfde volume zoals je met ieder ander zou doen.
- Probeer je niet te veel bewust te zijn van je woordkeuze. ‘zullen we een rondje gaan lopen?’ als je praat met iemand die in een rolstoel zit.
- Praat direct met iemand met een beperking in plaats van met de persoon die hem/haar begeleid.
- Ga er niet zomaar vanuit dat iemand met een beperking hulp nodig heeft. Vraag eerst of hij/zij hulp nodig heeft.
- Gebruik termen als ‘iemand met een beperking’ in plaats van ‘de gehandicapte persoon’ of ‘de gehandicapte’.
- Als je communiceert met een persoon met een beperking, is het belangrijk om effectieve communicatie strategieën te gebruiken. Denk hierbij aan het staan of zitten op ooghoogte van deze persoon zodat je goed oogcontact kunt maken.
- Houd er rekening mee dat iemands rolstoel, scootmobiel, rollator of ander hulpmiddel bij zijn/haar persoonlijke ruimte hoort.
- Duw niet zomaar iemands rolstoel of pak niet iemand bij de arm om hem/haar te ondersteunen zonder dat eerst te vragen.
- Als je praat met iemand in een rolstoel of scootmobiel, zorg er dan voor dat je op hetzelfde niveau (ooghoogte) bent als deze persoon.
- Wanneer je iemand met een motorische beperking de weg wijst, houd dan rekening met de afstand, het weer en vermijd fysieke obstakels (trappen, hoge hellingen, stoepranden).
- Geef een hand wanneer je wordt voorgesteld aan iemand met een beperking. Ook mensen die hun hand niet goed kunnen gebruiken of een kunstmatige arm/hand hebben, kunnen (zij het op een aangepaste manier) handen schudden.
- Houd er rekening mee dat iemand met een visuele beperking jou misschien niet ziet aankomen. Geef het dus duidelijk aan wanneer je iemand met een visuele beperking benadert. Introduceer ook de personen die met jou zijn.
- Vertel iemand met een visuele beperking wanneer je de ruimte verlaat of weggaat.
- Wanneer je hebt aangeboden iemand met een visuele beperking te ondersteunen, laat hem/haar jouw arm vasthouden. Wanneer je iemand begeleid naar een stoel leg dan zijn/haar hand op de achterkant van de stoel of op de armleuning van de stoel.
- Aai of stoor nooit een hulphond zonder toestemming van de eigenaar.